Naar de radio luisteren: in de auto, op het strand, in bed, zeg het maar. Heerlijk. Hele volksstammen doen het nog steeds, ondanks het digitale geweld van de iPods, tablets en mobiele telefoons waar geheugen in zit, dat honderden malen groter zijn dan mijn cd- verzameling. (Zei ik honderden?). Iedereen heeft zo zijn eigen smaak en er is genoeg te kiezen. Van klassiek tot hardrock of een praatprogramma. Het blijft een super medium. Alles goed totdat …… de klok aangeeft, dat het halve of het hele uur is aangebroken. De pleuris breekt dan subiet los, er moeten dan boodschappen gedaan worden. Ik bedoel reclameboodschappen, wel te verstaan. Reclame is irritant; ach, daar is nog wel overheen te komen. De manier van reclame maken is echter tenenkrommend. De volumeknop in de studio wordt naar “stand onuitstaanbaar” gedraaid. En dan komen ze …….. die verschrikkelijke, ergerlijke, agressieve harde stemmen. God, wat haat ik dat. Meestal zijn het mannen, maar soms ook vrouwen. Ze schreeuwen de hele boel bij elkaar. Het eerste wat ik doe is de muteknop indrukken. Grrrrrr, te laat: het leed is al geleden. Mijn bloeddruk heeft al een schrikbarende hoogte aangenomen. Wie is toch die vent met die harde stem? Geef mij zijn adres, dan kan ik hem een keer op zijn bek slaan.