‘Ik kom zo bij u, meneer Hagel’, zegt een vriendelijke jongedame, terwijl zij een laadkarretje met daarop een konijnenhok voortduwt. Ik knik en kijk haar verbaasd na. Konijnenhok, hier? Na enige minuten komt ze terug en gaat mij voor naar een spreekkamer. ‘De heer Van de Duivel komt er zo aan; kan ik u intussen van dienst zijn met koffie, thee of misschien iets anders, meneer Hagel?’ ‘Koffie graag, mevrouw’, antwoord ik. Nog voor zij het vertrek verlaten heeft, arriveert de advocaat. ‘Van de Duivel, aangenaam, meneer Hagel.’ Hij doet zijn toga uit en zet zijn hoed af.
Ja, u leest het goed, ik ben op bezoek bij de beroemde en in sommige kringen beruchte advocaat Van de Duivel. Slechts weinig mensen zijn niet op de hoogte van zijn met vuur gehouden pleidooien en beschouwingen. In bijna elke geruchtmakende zaak voert de heer Van de Duivel het hoogste woord. En het moet gezegd worden, de meeste zaken waar hij zich mee bezighoudt, worden door zijn advocatenbureau glansrijk gewonnen.
Van de Duivel gaat zitten en legt een stopwatch op tafel. ‘Zo, vertelt u mij eens, meneer Hagel, waar kan ik u mee van dienst zijn?’ Bij het eerste woord dat hij zegt drukt hij de stopwatch in. ‘Meneer Van de Duivel, wij – en ik bedoel hiermee de redactie en vooral de lezers van mijn dagblad – zijn benieuwd naar het geheim van uw succes als strafpleiter. Hoe is het toch mogelijk dat u bijna elke rechtszaak wint?’
Er wordt op de deur geklopt en na een luid en duidelijk “binnen” van de heer Van de Duivel komt de vriendelijke jongedame binnen met de door mij verlangde koffie. Van de Duivel drukt onmiddellijk op de stopwatch. ‘Drinkt u eerst uw koffie op, meneer Hagel. Ondertussen denk ik na over het antwoord.’ De stopwatch wordt weer geactiveerd. Terwijl ik mijn koffie nuttig zie ik tot mijn grote verbazing dat er een groot wit konijn uit de hoed van de advocaat springt.
Ik zet mijn kopje neer en kijk de heer Van de Duivel vragend aan. ‘Kijk’, begint deze zijn betoog, het konijn volledig negerend. ‘Voor het succesvol uitoefenen van dit beroep zijn verschillende zaken van belang, te weten: vakkennis, rekenen, doorzettingsvermogen en – niet in de laatste plaats – een passie voor goochelen.’
Ondertussen is de advocaat gaan staan en loopt druk gebarend door het vertrek. ‘Ik begin met het eerstgenoemde: vakkennis.’, vervolgt hij zijn betoog. ’Het is van het grootste belang dat een advocaat op de hoogte is van de wetsartikelen aangaande de zaak die hij behandelt. Lijkt mij duidelijk, nietwaar? Komen we op punt twee: doorzettingsvermogen. Ja, ook niet moeilijk te begrijpen; blijven procederen, ook al is de kans uiterst gering dat de zaak gewonnen gaat worden. Je weet het maar nooit met die rechters tegenwoordig. Het is één grote loterij, meneer. Maar winnen doe je als advocatenbureau natuurlijk altijd, hoe meer declarabele uren des te beter. Wij advocaten zijn op de seconde nauwkeurig, kan ik u mededelen.’ Ik knik en kijk met een oog naar de stopwatch. ‘Komen we …….’ Een beltoon geeft aan dat de mobiel van de heer Van de Duivel afgaat. Direct wordt de stopwatch op non-actief gezet. Uit de hoed springt weer een konijn, een kleintje deze keer.
‘Met advocaat Van de Duivel, goedemorgen, met wie spreek ik? Ja, dat weet ik, ik zal u vandaag nog terugbellen, goedemorgen.’ De stopwatch wordt geactiveerd.
‘Waar was ik? O, ja, komen we op goochelen. Kijk, goochelen maakt het verschil tussen de middelmatige nietszeggende advocaat, gelijk aan het oude-dameslikeurtje met slagroom, of de slimme, over veel kennis beschikkende meester in de rechten, die altijd op het cruciale moment de juiste argumenten weet te vinden, waardoor de tegenpartij met lege handen en gebogen hoofd de rechtszaal moet verlaten. Ha, dat zijn de mannen – en soms ook vrouwen – naar mijn hart.’ Meneer Van de Duivel komt duidelijk op stoom. ‘Wij geven binnen het bedrijf een interne opleiding, die toegespitst is op dit verrassingselement. Als voorbeeld worden de tv-series getoond, waarbij de zaak zo goed als verloren is. U kent ze wel, de client ziet zichzelf al in de gevangenis, de aanklager staat al in zijn handen te wrijven en de rechter heeft het al gezien. En dan….., en dan….., als alles verloren lijkt, tovert de verdediging – een van onze advocaten in dit geval – ineens het spreekwoordelijke konijn uit zijn hoed. Kijk, daar is onze interne opleiding in gespecialiseerd. Ik moet toegeven, dat in het begin de stagiaires het soms moeilijk hebben met die konijnen en dat goochelen, maar ze hebben er tenslotte drie jaar de tijd voor, nietwaar? Mocht gedurende deze drie jaar blijken dat men niet is geschikt voor de advocatuur, dan kan men altijd nog goochelaar worden. Verder nemen we geen enkel risico en fokken de konijnen zelf. Alleen spierwitte konijnen zijn hiervoor geschikt.’ Advocaat Van de Duivel valt even stil.
‘Waarom?’, vraag ik verbaasd. ‘Waarom alleen witte konijnen, meneer?’
‘Kijk, hier is over nagedacht. Om het effect, meneer Hagel, puur om het effect. Zo’n goochelaar is ook niet gek, die weet ook dat een wit konijn uit een zwarte hoed of – bij vrouwen – zwarte toga het meest opvalt.’
Ja, ja, meneer Van de Duivel, ik begrijp het enigszins, maar waarom gebruikt u een stopwatch?’. ‘Dat zal u toch duidelijk moeten zijn, meneer Hagel. Wij advocaten zijn mensen van een seconde. U ook trouwens, maar dit terzijde. Wij rekenen af per minuut en ronden dit dan af naar boven. Als voorbeeld declareer ik aan uw dagblad – hij kijkt op de stopwatch – de somma van 500 euro.’
‘Hoe weet u dat zo snel, meneer Van de Duivel, hoe komt u nu op 500 euro?’, vraag ik met eerbied in mijn stem over zoveel rekenkunde. ‘Als u goed heeft opgelet, dan weet u dat ik in mijn eerdere betoog beweer, dat er verschillende kwaliteiten nodig zijn voor het uitvoeren van dit beroep, en een daarvan is rekenen. En dan is uw tweede vraag niet moeilijk te beantwoorden. Wij – hoofdzakelijk ik – hebben 11 minuten en 14,23 seconden met elkaar gesproken. Deze tijdduur ronden wij af naar hele uren. In uw geval 1 uur tegen uurtarief van 500 euro en dat is dan 500 euro, exclusief btw.’
Vanuit de hoed kijkt een groot wit konijn mij met waterige ogen aan.