De uitgever

De entreehal van de uitgeverij is imposant, de jongedame aan de balie is vriendelijk en bracht me snel naar de heer Honingraat.
Daar zit ik dan, tegenover de directeur van een grote boekenuitgeverij.
‘Vertel, meneer Hagel wat verschaft mij de eer van uw bezoek?’
‘U valt wel direct met de deur in huis meneer.’
‘Inderdaad ik heb het razend druk en moet vandaag nog meerdere manuscripten doornemen. Niet dat ik denk dat er wat interessants tussen zit, maar toch… je weet maar nooit.’
‘Onze redactie is nieuwsgierig wat uw afwegingen zijn om een boek uit te geven.’
‘Tja, dat zijn er meerdere kan ik u zeggen. Het onderwerp is van belang. Als er in het eerste hoofdstuk van een roman niet een flinke portie seks of grof geweld zit donder ik het manuscript direct in de prullenbak. Ook de stijl van schrijven kan de doorslag geven, lekker vlot met veel vloeken en schuttingwoorden doet het bij mij altijd goed. Het allerbelangrijkste is echter de naamsbekendheid van de auteur. ’
‘Dit meent u toch niet, ik bedoel er zijn toch wel goede jonge schrijvers?’
‘Dat zou kunnen, dat zou zomaar kunnen. Maar wij geven alleen boeken uit van schrijvers die naamsbekendheid genieten. Soms kunnen ze totaal niet schrijven, maar ik zeg altijd;

“Beter een slecht boek met een bekende naam op de voorkant dan een nieuwe Mulisch in schrijversland.

Er zijn ook uitgevers die geld vragen voor het uitgeven van een boek. Kijk, het drukken van een “meesterwerk” althans; dat vinden de schrijvers van hun manuscripten, is niet zo moeilijk. Het aan de man brengen van het product is het grote probleem. Het enige wat deze mensen uiteindelijk uitgeven is hun spaargeld.’
’Als ik het goed begrijp hebben nieuwe of onbekende schrijvers dus geen enkele kans om door te breken. ‘ zeg ik verontwaardigd.
‘Dat klopt inderdaad. Soms kom ik een groot talent tegen en dan doet het me zeer om “neen” te zeggen, maar ja de wet van de naamsbekendheid gaat boven alles.’
‘Hebt u dan geen enkel advies voor deze groep auteurs?’
‘Ja zeker wel. Ik heb slechts één advies voor deze mensen. Werk aan je naamsbekendheid, ik kan het niet vaak genoeg zeggen, werk aan je naamsbekendheid. Zorg dat je een podium krijgt. Wij hebben mensen onder contract die bekend zijn geworden door allerlei activiteiten, uiteenlopend van spelen in een soapserie, sporten, tot en met het plegen van grove misdaden. Zoals ik al eerder heb gezegd, kunnen de meeste van deze mensen totaal niet schrijven, maar door hun bekendheid gaan hun boeken als warme broodjes over de toonbank. Nogmaals, doe iets spectaculairs, spring van een bekend gebouw, beroof een bank, steel de Nachtwacht, of pleeg een misdaad van ongekende wreedheid. Kortom, zorg dat je naam vet geschreven op de voorpagina’s van alle dagbladen komt. Nog beter is het als je mag aanschuiven bij die dagelijkse praatprogramma’s, u kent ze wel’.
‘Kunt u een concreet schokkend voorbeeld geven?’
‘Natuurlijk, een niet bij naam te noemen gangster, zeer berucht en dus bekend, werd aangenomen als columnist van een weekblad en verscheen zelfs op de beeldbuis bij een populair praatprogramma. Aan het einde van deze uitzending werd er uitgebreid door het aanwezige publiek geapplaudisseerd. Alsof het een popster was. Dat en alleen dat doet naamsbekendheid met iemand.’

I REST MY CASE