Verzekeringen

De locatie voor het interview is door de directeur en eigenaar van “Verzekeren doe je zelf” gekozen. Ik ben veel te vroeg en benut de tijd om een krant te lezen. Na enige tijd verschijnt er in de deuropening het prototype, – in mijn ogen dan -, van een verzekeringsagent. Fors postuur, ietwat kalende, bril, hoed, winterjas en zeulend met een enorme aktetas. Ja, zo zag de verzekeringsagent er vroeger bij ons thuis ook uit. Ik sta op, loop naar de man toe en steek mijn hand uit.

‘Meneer, bent u de directeur van “Verzekeren doe je zelf”? Mijn naam is Jan Hagel, ik kom voor het interview.’
De man kijkt me beledigd aan. ‘Zie ik er zo schurkachtig uit?’, is het antwoord. ‘Nee, dat ben ik niet, maar ik kan je heel veel over die zwendelaar vertellen.’
‘Zwendelaar? Dat is nog al een beschuldiging.’
De man neemt tegenover mij plaats en steekt direct van wal. ‘Luister Hagel. In de tijd dat mensen nog makkelijk een hypotheek konden afsluiten was die meneer en zijn medewerkers ware kampioenen in het slijten van de zogenaamde woekerpolissen. Hij is er steenrijk van geworden. Vaak heeft hij hier in de deze kroeg opgeschept over zijn prestaties en hoe hij de mensen bedonderde, walgelijk. Maar die tijd is voorbij. Uiteindelijk hebben ze zijn hele bedrijf ontmanteld.’
De man neemt een slok van zijn zojuist gebrachte koffie en gaat verder met zijn verhaal.
‘Nu heeft deze zogenaamde snelle jongen een totaal nieuwe doelgroep gevonden. Je gelooft je oren niet. Hij verkoopt verzekeringen aan demente bejaarden.’
Verbaasd kijk ik de man aan. ‘Demente bejaarden, verzekeringen? Wat voor verzekeringen?’
De man neemt zijn man pouchet uit zijn borstzakje en poetst de glazen van zijn bril. ‘Reisverzekeringen, zwangerschapsverzekeringen, inboedelverzekeringen, enzovoorts , enzovoorts.’
‘Dat meent u toch niet?’ Mijn mond valt open van verbijstering.
‘Maar hoe doet hij dit en hoe weet u dit allemaal?’
‘Dat zal ik u vertellen. Die sukkel heeft mijn demente moeder van negentig benaderd. Hij had alleen de pech dat hij hier in de kroeg over zijn heldendaad verslag deed. Ik herkende mijn moeder in het verhaal, ging op onderzoek uit en ja hoor de klootzak had mijn moeder een reis en sneeuwgarantie verzekering aangesmeerd. Witheet was ik. Maar het ergste komt nog.’
‘Kan het nog erger, meneer?’
De man knikt. ‘Het blijkt dat die meneer meer dan honderd bejaarden heeft opgelicht. Let wel!!! Alleen demente bejaarden. En waarom alleen dementerende mensen, zult u zich afvragen. Nou kijk, van honderd klanten kan een verzekeringsagent – zeker iemand met grootsheidswaanzin zoals hij – niet rondkomen… tenzij… tenzij en nu komt het… Je elke week de jaarpremie int. Die arme mensen vergeten dat ze de premie al voldaan hebben.’

Ik hap naar adem van verontwaardiging. De deur gaat open en een man komt binnen strompelen. Het lijkt wel of hij onder een vrachtwagen heeft gelegen. Over zijn hoofd hangt een schilderijlijst. Kreunend valt hij op een stoel neer en bestelt een dubbele borrel.
’Kijk daar zal je hem hebben. Ze hebben hem te grazen genomen’, zegt de man met een grijns op zijn gezicht.
’Wie en hoe meneer?’ vraag ik gretig.
‘Herinnert u zich Cees Bonk en de heer Simon Meersel nog? Er stonden ooit interviews met hun in jullie krant.’
Ik grinnik. ‘Ja zeker wel!’
’Nou, ik verzeker je, die zijn niet dement en nog oersterk! Beiden heb ik gevraagd als lokaas te dienen. Die zwendelaar heeft vanmorgen zijn jaarpremie geïnd en met interest zo te zien.’

Op het voorhoofd van de verzekeringsagent is een tatoeage aangebracht met met de tekst: PREMIE-VRIJ