Het is donker in de huiskamer, de gordijnen zijn dicht en de thermometer geeft 26 graden aan. Het is benauwd. Ik ga maar eens een frisse neus halen, dus op naar de winkelstraten.
Daar aangekomen schuifel ik langs de gevels en duik bij iedere winkel even naar binnen.
Oeps een Lingerie zaak, “goede middag dames” en weg ben ik weer. Aan de schaars geklede etalagepoppen te zien zou je toch denken dat het in zo’n winkel warm moet zijn, niets is minder waar.
Op straat is het bloedheet, maar in de winkels is het ronduit fris. Gelukkig staan de deuren wijd open zodat het niet te koud wordt. Ik moet er niet aan denken, brrrr.
In de winter doe ik dit ook, maar dan natuurlijk om op te warmen en ook dan staan de deuren wijd open.
Als ik het echt warm heb ga ik naar een supermarkt en blijf daar een uurtje of langer ronddwalen en steek af en toe mijn hoofd in een vriesvak, heerlijk. Als de winkelchef vraagt wat ik eigenlijk aan het doen ben pak ik snel een komkommer of zoiets, reken af en verlaat het pand om zo snel mogelijk naar een filiaal van de concurrent te gaan. Zo kom ik de zomer wel door en Poetin de winter.