Het is vijf uur in de morgen en ik sta in de vertrekhal van “Airport Rotterdam – The Haque”. Inderdaad het voormalige Zestienhoven. Achter een kogelvrije glazen wand zie ik het karakteristieke profiel van de heer V. Spelt. Bekend van TV. Bij elke gebeurtenis aangaande de veiligheid in het vliegverkeer – in het bijzonder de bagage controle – laten de media zich de kans niet ontlopen deze markante persoonlijkheid te interviewen. Deze keer is het mijn beurt om dit icoon – ja, dat durf ik wel te zeggen – enige diepgaande kennis te ontfutselen. Ik probeer de deur naar zijn kantoor te openen.
Tevergeefs… De deur zit potdicht.
‘U dient zich te melden bij de Security meneer’, klinkt het metaalachtig door de glazenwand.
Verbaast kijk ik de heer Spelt aan. Hij wijst naar een deur verderop in de gang. Voor die deur staan twee veiligheidsagenten met detectoren gereed. Ik word direct gefouilleerd en word verzocht mijn bril en riem af en mijn schoenen uit te doen.
‘Wat!!!!! Nu ook nog mijn shirt en broek???’
Als ik uiteindelijk tegenover de heer Spelt zit heb ik alleen nog mijn onderbroek aan.
‘Waarom doet u dit meneer Spelt? Ik kom toch alleen maar voor een interview?’
‘Aha, dat zeggen ze allemaal, maar dat weet men nooit zeker. Ik houd overal rekening mee meneer Hagel. Men noemt mij niet voor niets Mister Safety’
‘Wat hebt u zo bekend gemaakt meneer Spelt?’ Hij pakt een vergrootglas en kijk me indringend aan.
‘Kijk, meneer Hagel de bagagecontrole door mij bedacht laat niets, maar dan ook niets door. Zo hebben we bijvoorbeeld 40.000 verpakkingen met water in beslag genomen, ook vele, vele flacons dure geurtjes, scheerschuim en verder alles wat je in de taxfree shops weer kan kopen. Zo leveren wij een wezenlijke bijdrage aan de kwakkelende economie Hagel.’
Ik knik en denk aan mijn dure scheerschuim en eau de toilet, die ik in de afvalbak zag verdwijnen.
‘Zijn er nog nieuwe ontwikkelingen te verwachten meneer?’
Spelt schuift zijn stoel naar voren en gaat verder met zijn betoog op fluister niveau. ‘U, weet misschien dat bij flatuleren methaangas vrij komt en dat dit licht ontvlambaar is. Onze inlichten dienst heeft ernstige vermoedens dat een extremistische groepering van plan is met behulp hiervan een aanslag te plegen.’
‘Flatuleren? Wat is dat? En hoe dan?’, vraag ik verbaasd.
‘Door zo’n scheet – want dat is flatuleren – aan te steken, natuurlijk!’
Ik ben verbijsterd. ‘Wat gaat u hier aan doen meneer?’
Spelt gaat rechtop zitten.
‘Wij, van VVA hebben al vergevorderde plannen meneer om dit te voorkomen.’
‘VVA, zegt u?’
‘VEILIGHEID VOOR ALLES meneer Hagel. Luister… Onze technische dienst heeft een nieuw soort detector ontwikkeld. De FRI, of te wel de Flatuleer-Rectaal-Indicator. Deze wordt bij elke potentiële passagier rectaal ingebracht. Als blijkt dat er een verhoogd methaangas gehalte is, komt deze persoon niet door onze controle. Ik raad u dan ook aan om de avond voor de vliegreis geen gas vormende gerechten te nuttigen.’
‘Zullen deze maatregelen bijdragen aan de veiligheid meneer?’
‘Nee, dat niet maar wel aan de winstmarge van mijn bedrijf. Trekt u alstublieft uw kleren weer aan Hagel. Ik krijg het koud als ik naar u kijk!’