Het terras ligt er verlaten bij. Alle tafeltjes zijn leeg, of nee, daar in de hoek zit een man van middelbare leeftijd een krant te lezen. We groeten elkaar en ik neem plaats aan een tafeltje dat op gepaste afstand staat. De ober komt de bestelling opnemen en brengen. Van achter de krant komen afkeurende geluiden. Met een zucht vouwt de man de krant op en legt hem op tafel.
“Tjonge jonge, wat een puinhoop, wat een klerezooi. Terwijl we in een mooi land leven staat de hele krant vol met doffe ellende. Als je dat zo leest denk je minstens dat de wereld vergaat”.
Ik kijk hem aan. “Wat bedoelt u?”
“Nou, dat gedonder met het corona virus bijvoorbeeld, dat is toch ronduit beangstigend. Niemand weet wat we moeten doen. Anderhalve meter afstand, hoe gaat dat lukken met zeventien miljoen mensen op een kluitje? Een paar weken geleden stond de burgemeester van Amsterdam tussen duizenden betogers, zonder mondkapje, in de camera te grijnzen alsof ze zojuist een zeer bevredigend uurtje achter de rug had. Iedereen een mondkapje op, nee dan is het weer niet nodig.
Moedeloos schudt de man zijn hoofd en neemt een slokje van zijn koffie.
“Overal is vervuiling. PFAS in de grond, plastic soep in het water en broeikas gassen in de lucht, Halleluja. Er is een schreeuwend tekort aan woningen, dan zou je denken….bouwen jongens, maar er is altijd wel iemand of belangengroep die daar problemen mee heeft. Daar gaan we weer, Pfas, stikstof en nieuwe strengere geluidsnormen. Hoezo nieuwe geluidsnormen? Laten ze bij mij thuis effe langskomen als de buren herrie maken. Overlast door buren staat bovenaan de lijst van grote ergernissen, doe daar wat aan verdomme“.
“Tja, ik weet het ook niet”, zeg ik beduusd.
“Ach, ik kan het soms allemaal niet meer volgen. Neem nu dat gedoe tussen mannen en vrouwen. Toen ik jong was sjanste ik met elke leuke meid die ik tegen kwam. Tegenwoordig moet je maar afwachten of het geen omgebouwde vent is, die een lesbische verhouding heeft met een homo.
Voor je het weet word je voor vuile seksistische vieze witte man uitgemaakt, terwijl je alleen maar vriendelijk naar haar lachte. Je kunt toch ook niet weten dat het een omgebouwde kerel met een ‘white face’ is. Dat is toch zo, wat moet ik daar nou mee?”
Hij kijkt mij wanhopig aan.
“En dan over die zogenaamde democratie. Daar geloof ik niet meer in. De meerderheid wordt gechanteerd door kleine minderheden met enorme lange tenen. Die gasten moeten eens naar een pedicure gaan om hun tenen te knippen in plaats van hun nagels.
Heb je een andere mening, dan ben je direct ‘iets’ dat eindigt op ‘ist’. Een racist, fascist, populist, seksist, nazist, noem maar op.
Uitgerekend die beroepsactivisten tegen racisme, slavernijverleden en Zwarte Piet komen uit Ghana. Slavenvangers pur sang tot in de twintigste eeuw. Je moet het gore lef maar hebben.
Nee, er is niets mis met die lui, wij zijn gek zeggen ze.
Het is dat die drammers geen enkel gevoel voor humor hebben, anders zou je denken dat ze een slechte grap maken. Er is zelfs een gozer die een jankverhaal ophangt omdat iemand in het verre verleden zijn naam had verbasterd in AQUARIUM, hahaha. Die gast zat verdomme aan tafel bij de wereld draait door, nou bedankt Matthijs voor het geven van een podium aan die eikel.
Nee, dit komt nooit meer goed. Nou, ik ga maar eens aan het werk, nog een hele fijne dag gewenst meneer”
De man staat op en loopt weg.
Ik blijf gedesillusioneerd achter. “Ober een dubbele whisky roep ik. Of een pil van Drion”, mompel ik.