Mijn god waar ben ik beland? Voorzichtig zoek ik mijn weg in een donker gangenstelsel.
“IS HIER IEMAND?!”, roep ik vertwijfeld. Het enige wat ik hoor is de echo van mijn woorden.
Wacht, ik hoor wat… Ja, het lijkt op een schreeuw om hulp. Daar… in de verte zie ik een flikkerend licht. Na enige minuten strompelen sta ik ineens in de opening van een ruime grot. Mijn mond valt open. De grot is verlicht door duizenden ledlampjes. In het midden bevindt zich een cirkel van – misschien wel honderd – monitoren. En in het midden daarvan, zit een man vastgebonden op een stoel, achter een enorm toetsenbord. Hij slaakt vreemde kreten. Ik twijfel geen moment, ren naar de man toe en bevrijd hem uit zijn benarde positie.
“Dank u meneer, dank u”, bralt hij zachtjes.
Ondertussen kijk ik met grote verbazing naar de monitoren. Ik vergis me toch niet…
Ik zie beelden van voorbijrijdend verkeer op rijkswegen. Verdomd, ja ik herken weggedeelten van de A12. De man komt enigszins tot zijn positieven.
“Wat is dit hier?”, vraag ik verbaast.
Hij kijkt me met een troebele blik aan en wrijft over zijn polsen om zijn bloedsomloop weer op gang te krijgen. De striemen van de touwen zijn nog duidelijk te zien.
“Dit is de centrale controleruimte van Rijkswaterstaat”, brengt de man moeilijk sprekend uit.
“Wat u hier ziet zijn opnames die gemaakt worden met camera’s die boven de wegen hangen.”
Ik knik, “Ja, die ken ik wel. Maar waarom bent u vastgebonden en wat doet al die sterke drank hier?”, hem duidend op de diverse flessen jenever en whisky die voor hem staan.
“Ik zal me eerst voorstellen. Mijn naam is Orakel, Piet Orakel. En met wie heb ik het genoegen?”
“Jan hagel, meneer Orakel.” Ik schud zijn slappe hand.
Orakel heeft overduidelijk te veel gedronken en kan nauwelijks zijn ogen open houden.
“U denkt natuurlijk dat ik dronken ben… En dat ben ik ook. En u denkt dat ik drink onder werktijd… En dat doe ik ook. Maarrrrr, ik drink niet zelf, het wordt me in mijn keel gegoten. Een half uur voor het begin van mijn werkdag word ik op deze stoel vastgebonden en wordt mij een liter jenever of whisky toegediend. Ik ben dan ook redelijk stoned als mijn dienst begint. Om het uur krijg ik een nieuwe dosis drank. Zo blijf ik de hele dag lam.”
“Waarom meneer Orakel, waarom?”, vraag ik vertwijfeld.
“Dat weet ik zelf niet, meneer Hagel. Op dit bedieningspaneel voor me kan ik de matrixborden die boven de wegen zijn aangebracht bedienen en aangeven hoe snel er gereden mag worden. Ik doe maar wat, hahahaha!” Orakel schatert het uit.
“Soms laat ik het verkeer op de A12 tussen Driebergen en Ede 100 km rijden. Er zijn daar 3 rijstroken beschikbaar hahahaha. Ik kan met de camera’s de sjagrijn op de gezichten van de bestuurders zien. Enne, verderop voorbij Ede, waar de weg versmalt naar twee rijbanen mogen ze dan weer 120 km. Hahahahaha!”
“Kijk, dit is leuk joh, let op.” Orakel wijst naar een monitior.
“Moet je zien, dit is ergens in de buurt van Woerden. Er zijn 4 rijstroken beschikbaar en er mag 120 km gereden worden.”
Orakel buigt zich nu naar het bedieningspaneel en geeft een stevige dreun op een van de knoppen. “Maar nu niet meer hahahaha! Nu nog maar 100km!”
Boven aan het bedieningspaneel zie ik een display dat nu met dezelfde snelheid als de toename van onze staatsschuld een steeds groter getal vertoont.
“Wat is dat, meneer Orakel?”
“Dat is van de jongens uit Leeuwarden, het CJIB oftewel Centraal Justitieel Incassobureau. Deze teller geeft het totaal bedrag aan van de verstrekte boetes voor te snel rijden. U moet weten dat de drank en de huisvesting voor dit onderkomen door die jongens wordt betaald.”
Orakel schatert het weer uit, neemt een slok whisky en valt vervolgens voorover op zijn toetsenbord in slaap. Met één klap veranderen alle matrixborden en wordt op alle rijkswegen de maximaal toegestane snelheid slechts 50 km. De display van het CJIB slaat op hol.
Verbijsterd kijk ik toe.
Snelheidsbeperkingen voor de verkeersveiligheid, goed voor het milieu… Aan me hoela…
“Its all about the Money!”