Aanstaande Zaterdag 13 april wordt de 48ste editie van de Amstel Gold Race gehouden. Ik heb deze toertocht verschillende malen gefietst en doe hierbij mijn verslag.
Het is vier uur, als de wekker afgaat. Jezus, wat is het nog vroeg zeg. Suf ga ik op de rand van mijn bed zitten en sleep me vervolgens naar de badkamer.
“Nou, voor een dooie zie je er redelijk goed uit”, spreek ik mezelf moed in als ik in de spiegel kijk. Wel even opschieten nu, over drie kwartier moet ik bij Mario – mijn fietsmaatje – op de stoep staan, dus even de gang er in.
Eenmaal aangekomen is het een drukte van belang. De aanwezigen zijn bezig met het op- of inladen van de fietsen.
“Een beetje voorzichtig jij met mijn racemonster”, zegt Erik. Erik is één van de deelnemers die vandaag de Amstel Gold Race gaat fietsen. Ja, want daar gaat het hier over ‘De Amstel Gold Race’ (hierna AGR).
M’n maatje Mario heeft kunnen regelen dat ik een startbewijs kreeg voor de toertocht van de AGR. Deze afkorting mag overigens alleen door de door de wol geverfde wielrenners gebruikt worden, maar dat moge u duidelijk zijn.
Het is de eerste keer dat ik aan een toertocht mee doe. Na de beklimming van de Mont Ventoux had ik mezelf voorgenomen een racefiets te kopen. Om half tien was het dan zover.
Daar gingen we dan: voor de 100 km toertocht. Ik had geen flauw benul of ik het wel zou halen. Bij de eerste heuvel ging ik als een gek van start om na 200 m al te constateren, dat dit wel even anders was dan op je spinfiets de weerstand een stukje opvoeren. Met een zuurstofschuld in dezelfde orde van grootte als de staatsschuld van een gemiddeld Zuid-Europees land kwam ik boven. Als dit zo doorgaat, staat me nog wat te wachten, bedacht ik me. Het viel allemaal wel mee, alleen de Keutenberg stelde me voor problemen die ik fietsend niet kon oplossen.
Helaas, bijna boven gekomen, viel vóór mij een renner en hierdoor moest ook ik afstappen.
De jaren daarna is het me nooit gelukt de Keutenberg fietsend te nemen. Ik struikelde steeds, bij de eerste bochten, door schakelfouten. Het dieptepunt in mijn tot nu toe zo ‘glansrijke wielercarrière’, was wel die keer, dat ik moest afstappen en daarbij een collega toerrijder raakte, waardoor ook hij ten val kwam. Om verdere schade aan het peloton te voorkomen, liep ik met de bike tussen de benen naar een plek, waar ik van mijn fiets af kon. Ik liep regelrecht in het bereik van een cameraopstelling, die de beelden haarscherp registreerde.
De volgende morgen kreeg ik een e-mail van mijn collega:
Ha Jan,
Heb je al gekeken naar de foto’s en videobeelden van de AGR? Je staat er goed op,Jan, vooral de opname waar je, op de jou zo kenmerkende dynamische manier, de Keutenberg beklom.
Ha Ha Ha.Sander
Ik kijk hem nooit meer aan, dat begrijp je wel.
Ook de Cauberg, de finish, is best wel even doortrappen, maar daar afstappen is echt geen optie met al die mensen langs de kant. Zo dat ziet er ook weer op. Bierrrrrrrr.